Veel van onze verhalen komen uit:
Hieronder een aantal snelzoekers voor deze pagina: Foto's van Arend Vreugdenhil Aannemer B. Koppenol Machtheld zorgde voor het zieleheil Annexatie Loosduinen eerste bedreiging Ansichten Loosduinen Annexatie 70 jaar geleden
Onderstaande informatie en foto's
ontvingen wij van Arend Vreugdenhil, De foto’s zijn gescande dia’s, bijgewerkt met een foto bewerkingsprogramma. Dit is al zo’n 15 jaar geleden gebeurd, de originele dia’s heb ik niet meer, wel de origineel gescande, mogelijk is er met een huidig bewerkingsprogramma meer aan te verbeteren. Diverse foto’s zijn genomen vanuit het ouderlijk huis in de Wilhelminastraat 159, later heette deze straat Loosduinse Hoofdstraat met nieuw huisnummer 900. Dit huis staat er niet meer, hier is nu een druk kruispunt, Ockenburghstraat is doorgetrokken naar Lozerlaan die de Loosduinsche Hoofdstraat hier kruist. Bij de foto’s noem ik dat Wilhelminastraat 159. Mijn ouders zijn toen verhuist naar de Lisztstraat 344, vanuit het Westland gezien het laatste flat aan de rechterkant, deze omgeving is nu volledig volgebouwd. (nieuw waldeck als Haagse stadswijk) Ook hier zijn foto’s vanuit het flat toen de overkant nog niet bebouwd was. (begin jaren 70) Klik op de foto's voor een groter formaat
750
Even een uitstapje naar 's-Gravenzande
Aannemersbedrijf B. Koppenol
Nadere informatie van dhr. Keus: mijn moeder Koppenol heet van haar meisjesnaam, haar vader (mijn opa) Cornelis Koppenol (geboren te hoogvliet) had met zijn broer Ebe Koppenol een bouwbedrijf aan de Leugebrug in Loosduinen, dit bedrijf is in 1926 opgericht door Benjamin Koppenol geboren 4-3-1878 te Hoogvliet zijn vader is Cornelis Corneliszoon Koppenol geboren 20-11-1808 te Hoogvliet (doop) en zijn Moeder is Maria Bokkee 25-02-1836 Oud Beijerland (dit was zijn 2de huwelijk) zijn eerste huwelijk was met Jaapje Stevensdr Zevenbergen geboren 3-10-1810 the Rhoon.
Uit: Westlandsche Courant dinsdag 3 augustus 1993
Loosduinen Het heeft natuurlijk altijd al te dicht bij Den Haag gelegen. Of eigenlijk is het andersom. Den Haag kwam te dicht bij Loosduinen te liggen. Want Loosduinen was er al toen Den Haag door de graven van Holland tot plaats voor een jachtslot werd gekozen dat nu nog steeds fier overeind staat als historisch hart van de parlements gebouwen van het koninkrijk der Nederlanden. Toen de Ridderzaal gebouwd werd stond de abdijkerk van Loosduinen al een tijdje waar die nu nog steeds staat. In 1224 al werd de abdij gesticht door Machteld van Brabant, de echtgenote van graaf Floris IV. Het was toen nog een priorij overigens. De promotie naar abdij maakte deze kloosterlijke instelling pas in 1250. De geschiedenis van Loosduinen gaat zelfs nog verder terug in de grafelijke geschiedenis van Holland. Al in de tijd van de Noormannen was er een versterkte plaats van waaruit de invallen van de vikingen gewapenderhand gekeerd konden worden. Die villa was' prestigieus genoeg om in 1186 het schouwtoneel te zijn voor het huwelijk van de zoon van graaf Floris III en Ada van Schotland.
Annnexatie
Hoe dat in de zestiende eeuw al heette blijkt duidelijk wanneer die molen wordt neer gezet. Dat werd namelijk gedaan door Maurits zelf ambachtsheer van Monster, Poeldijck, Terheyden ende half Loosduynen. Sijne Excie (excellentie dus, wanneer je als klerk de hele dag alles met de hand moet schrijven kort je snel iets af) liet in 1595 eenen coornwindtmolen oprichten. Helaas bleef hiervan na een storm in 1780 alleen het stenen onderstuk over, maar ook de herbouwde molen blijft een monument voor wat nu een stukje Den Haag is. Toen de molen werd neergezet kon dat misschien nog met stenen van de ruïne van de abdij van Loosduinen. Die was namelijk in 1574 eerst door de Geuzen geplunderd - nog helemaal in de stemming na de inname van Den Briel – en vervolgens door de Spanjaarden nog wat verder verwoest zodat het gebouw niet door de opstandige Hollanders als burcht kon worden gebruikt.
Armoede
In 1672 nog dichtte Constantijn Huygens "Loos Duynlandt, magher staal van overstoven heygrond, Daer 't hongherigh Conyn te nauwer nood syn wey vond".
Wat een verschil met de
melding honderd jaar later door een reiziger dat dit land volop werd gebruikt
voor de winning van een overvloed aan tuin- en landvruchten. Juist die duinen
uit de naam van het dorp zorgden voor de opkomst van een bloeiende tuinbouw.
Afgravingen mengden de zandgronden met de diepere landlagen met een grote
vruchtbaarheid als gevolg. Geschiedschrijver J. de Ridder laat in zijn boekje over Loosduinen de tuinbouw alhier een kleine acht eeuwen terug gaan, tot aan de stichting van de priorij met haar uithoven in de buurt, via de teelt experimenten van arts-dichter-ridder Jacob Westerbaen op zijn landgoed Ockenburgh naar de pioniers van de glastuinbouw die in 1912 meer glas in gebruik hadden dan in de hele rest van het Westland.
Veilingvereniging
Maar helaas voor het Westland,
deze voortrekkers kregen te maken met de woningnood in Den Haag. In 1903 werd er
een stuk van Loosduinen afgesnoept. Liep tot dan toe de grens langs de De la
Reyweg, de Beeklaan en de Houtrustweg, na de grenswijziging was er een lijn
getrokken langs het verlengde van de Leyweg. Het inwonertal van Loosduinen
daalde van 7200 naar 6000. Maar daar bleef het niet bij.
Uit: Westlandsche Courant 28 juni 2003 Loosduinen heeft nooit echt bij het Westland gehoord. Maar het 'samensmelten' van deze gemeente met Den Haag in 1923 kan als een eerste bedreiging voor deze tuinbouwstreek worden gezien. En zoals de geschiedenis zonneklaar heeft bewezen: terecht. De belastingen zouden omlaag gaan en de telefoon zou zelfs goedkoper worden. Het protestantse bevolkingsdeel van Loosduinen geloofde daar meer in dan het katholieke. De Roomsen lieten zich niet zomaar het hoofd op hol brengen door mooie praatjes uit Den Haag. Maar ze hebben wel het onderspit gedolven. Op 1 Juli 1923 was de annexatie, want dat was het gewoon, een feit. Al op 31
Januari 1922 had de raad van Loosduinen daar, ondanks heftige interne
tegenstand, een principebesluit over genomen. Dat gebeurde na het publiceren van
de aanvankelijke annexatieplannen, die voorlopig nog grote stukken grond rondom
het dorp betroffen. Maar, omdat de financiële toestand van de gemeente
Loosduinen met het overnemen van die grond zou verslechteren, werd door een
commissie in de raad een voorstel geformuleerd om heel Loosduinen maar met Den
Haag te laten samensmelten. Een voorstel om dit aan Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland te adviseren werd met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Het is opmerkelijk hoeveel ruimte de Westlandsche Courant in de jaren twintig aan het nieuws uit Loosduinen besteedde. "Wij ontvangen van meer dan één zijde de mededeling dat van bedoeld bericht geen woord waar is. Velen zijn van mening, dat de berichtgever zich voor het karretje van een ander heeft laten spannen. Wij blijven buiten de kwestie en bepalen ons ertoe de zienswijze van de een zowel als van de ander te vermelden", bijt de krant van zich af. Tegelijk wordt gemeld, dat de fusie wellicht op 1 januari 1923 of 1 januari 1924 zijn beslag zal krijgen. Die laatste datum wordt ook vermeld door de krant 'Het Volk' dat geen acties van de bevolking pro of contra zegt te kunnen bespeuren. Volgens de krant wachten vele ijveraars tégen de fusie – lekker gemaakt als ze zijn door de in het vooruitzicht gestelde lagere belastingen - in stilte af.
Monddood
Tegen
Op 1 juli 1923
komt mr. Patijn! de burgemeester van Den Haag! persoonlijk bezit nemen van het
geannexeerde Loosduinen. Hij houdt van half drie tot half vijf een receptie. In
een publicatie van de gemeente wordt daarna gemeld: 'De voormalige raadszaal zal
worden gereserveerd voor de hooge autoriteiten uit den Haag, de
burgemeesterskamer voor den chef der politie en de werkkamer van de gemeentebode
voor de gewone politie'.
Hieronder een aantal ansichten die we ontvingen van Riana Luiks uit Utrecht, waarvoor onze hartelijke dank. Deze ansichten hebben we ontvangen van Riana Luiks uit Utrecht op 12 december 2005,waarvoor onze dank. Machtheld zorgde voor het ziele heil nieuwe bewoners. Door: Ton van der Scheer 's-Gravenzande - Het is sinds de jaren zestig in de mode om kinderen niet meer alleen maar met de geschiedenis van de hoge heren lastig te vallen. Niet meer de geschiedenis van de politieke machthebbers, maar die van de gewone man moest de aandacht krijgen. Aan de ene kant was dat een stimulans voor historici om eens wat dieper te gaan graven in de historische bronnen, op zoek naar sporen van die gewone man. Aan de andere kant was het voor de leerlingen, lager, middelbaar en hoger onderwijs een verademing, omdat het gehate jaartallen-in-je-kop-stampen tot het verleden behoorde. Voor de geschiedenis van het Westland komt het ook heel aardig van pas dat er meer aandacht komt voor Jan met de pet. Want wie hebben in deze streek nu welbeschouwd anders gewoond dan een hele hoop Jannen met even zovele petten? Maar toch is het niet onredelijk dat de kroniekschrijver van vroeger dagen meer oog had voor koningen en edelen dan voor het horige volk. Ook wanneer weer nu op terugkijken leveren de verhalen over prinsen en prinsessen, hertogen en hertoginnen en graven en gravinnen heel wat schone beelden op. Kan de Stichting Oud Loosduinen, die enkele jaren geleden een overigens tamelijk bescheiden boekje uitgaf over Machteld van Brabant, gravin van Holland, dat kwalijk worden genomen? Machteld Machteld heeft van 1235 tot haar dood in 1267, toen ze ongeveer 67 moet zijn geweest, op het grafelijk hof in 's-Gravenzande gewoond. Zij was in juli 1234, na slechts tien jaar huwelijk weduwe geworden. Haar man, graaf Floris de Vierde (de opa van de beroemdere Floris de Vijfde), kwam jammerlijk om het leven tijdens een steekspel in het Noordfranse Corbie. Jeugdige overmoed kan het nog genoemd worden, want Floris was pas 24 toen de toernooilans van zijn tegenstander hem dodelijk verwondde. Toen Machteld te kennen gaf zich al teveel te willen gaan bemoeien met de opvoeding van haar eigen kinderen onder wie de kleine Willem, die nu als graaf Willem III door het leven moest, stuitte dat op de afkeuring van haar schoonfamilie. Het leek er even op dat Machteld al de huwelijksgoederen die ze van haar jonggestorven echtgenoot had gekregen als verloren moest beschouwen. Zover kwam het echter niet. De ruzie werd bijgelegd en Machteld betrok het huis in 's-Gravenzande. Of beter gezegd het huis van 's-Gravenzande, want veel meer dan dat huis met bijgebouwen, was er in het tweede kwart van de dertiende eeuw nog niet te vinden op dit aangeslibde stuk zandgrond aan de monding van de Maas, Er moest nog even wat gebeuren voordat het de eerste en enige stad van het Westland kon worden In talrijke oorkonden kan worden gelezen wat Machteld allemaal heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het gebied dat zij als haar nieuwe residentie had aangenomen. Machteld was als dochter van de hertog van Brabant in Leuven wel even wat anders gewend dan dat nog tamelijk onderontwikkelde Holland. Brabant stond al vol met steden van allure. In Holland had je Dordrecht, Leiden en Haarlem en dan had je het wel gehad, waar het ommuurde nederzettingen van enige importantie betrof. Verder was het nat, koud, leeg en armoedig. Ontwikkeling Loosduinen kreeg in de loop der jaren de ene na de andere schenking van sticheres Machteld. Blijkbaar wilde ze er zorg voor dragen dat het een prestigieuze instelling werd. De oorkondes die van die schenkingen werden opgemaakt zijn waardevolle bronnen voor het schetsen van de contouren van het vroege Westland. Stukken land, en hun afpalingen worden erin beschreven, zoals van de gors buiten de Maasdijk die ze meteen al in november 1235 schonk aan het klooster als weidegrond voor driehonderd schapen. Ook andere abdijen krijgen stukken weidegrond in de buurt van 's-Gravenzande in eigendom geschonken. Machteld kon meer grond weggeven dan ze oorspronkelijk van haar man Floris gekregen had omdat ze bovendien actief werd als inpolderaarster. Het Deunisveld, een gorzengebied ten zuidwesten van 's-Graven- zande, werd door haar met eigen inspanning en op eigen kosten ingedijkt en drooggelegd. Dit is in feite het begin geworden van 's-Gravenzande als nederzetting. Voor de arbeidskrachten die hier werk vonden moest immers voor onderdak worden gezorgd. Kerkje Ook deze kerk werd met de nodige voorrechten en goederen begiftigd door Machteld, die tot haar dood gravin van Holland werd genoemd. Toen haar zoon Willem eenmaal mondig werd, het geen al op twaalfjarige leeftijd zover was, bleek hij zeker niet van zijn moeder te zijn ver- vreemd, ondanks de voogden die hem niet altijd die richting in zullen hebben gestuurd. Willem zette de ontwikkeling van 's-Gravenzande tot een bloeiende nederzetting verder voort. Het was zelfs de bedoeling dat hier een volwassen stad had moeten komen, met mogelijk een belangrijke haven en bijbehorend handelscentrum. Dat is er niet van gekomen. Maar een begijnhof, een gasthuis, een korenmolen, een lakenhal en een boterwaag volgden in de jaren na de bouw van de kerk. En in mei 1246 kreeg 's-Gravenzande stadsrechten. Machteld overleefde ook haar zoon Willem meer dan tien jaar. Willem vond de dood toen hij de opstandige Westfriezen en Kennemers gewapenderhand met een flink legertje tot de orde wilde roepen. Machteld bleef doorgaan met het steunen van de door haar gestichte religieuze instellingen met rijke giften. Ze stierf op 22 december 1267 op de abdij van Loosduinen, waar ze ook begraven werd. Volgens haar grafschrift in die abdijkerk was ze 'een spiegel voor getrouwde vrouwen en weduwen' en 'een licht voor het nageslacht'.
|