Heel het Westland zit op dinsdag 12 oktober 1937 bij het radio toestel. Immers, de Bonte Dinsdagavondtrein passeert de ether. Het gaat ook nog over het Westland en met name over de druif.


Eerste druivenkas 1888 van de fam. v.d. knaap ontvangen van dhr. Hans Rebers 14-06-2007

door: Aad van Holstein
uit: Westland Dichtbij uitgave 8 november 2oo7

Ga eens naar dat beste Westland! Het ‘im Westen nichts neues’ geldt hier niet! De gevierde AVRO-dichter en zanger Clinge Doorenbos zingt het vol overgave voor de microfoon van de omroep van Willem Vogt. Het uiterst populaire amusementsprogramma De Bonte Dinsdagavondtrein, dat Hilversum op dinsdag uitzendt, trekt Wekelijks vele duizenden luisteraars. Ook deze avond.


Bob Scholte


Clinge Doorenbos

Het dagelijks bestuur van de Bond Westland - die de twaalf groente- en fruitveilingen vertegenwoordigt - is in de AVRO-studio in Hilversum aanwezig. Het heeft vijfhonderd porties druiven bij zich voor alle gasten van de omroep, die in de studiozaal hebben plaatsgenomen.

De zacht bedauwde, kostelijke Westlandse vruchten Worden in de studio aangevoerd in een speciale ‘goederenwagon’ in de Bonte Dinsdagavondtrein.

,,In gedachten,” zo verzekert Clinge, ,,zij n de druiven ook voor alle luisteraars in het land bestemd.” Het Water komt hen al luisterend vast in de mond.

Willem Vogt, de geestelijke vader van de AVRO, weet al bij het begin van de uitzending, dat ‘de druiven deze avond beslist niet zuur zullen zijn’. Ook de artiest Bob Scholte – al net zo populair als Clinge Doorenbos - grapt over de druiven en krijgt veel lachers op Zijn hand. Hij krijgt na zijn optreden groot applaus van het publiek. Na vertrek van de Bonte Dinsdagavondtrein Worden de druiven aan iedereen uitgereikt. De gasten in de studio smullen er in elk geval goed van, hetgeen instemmend wordt bekeken door de Poeldijkse voorzitter van de Bond Westland Jan Barendse, die ook de Honselersdijker Maarten Prins van het Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen bij Zich heeft.

Barendse heeft nog een aantal extra kistjes druiven achter de hand gehouden voor het AVRO-bestuur.

Alles bij elkaar toch een geweldige reclamestunt, die in heel Nederland wordt beluisterd. ,,We doen Wat we kunnen,” is het gevleugelde woord van Barendse, die Werkelijk van alles probeert om het Westlandse product onder de aandacht te brengen.

Tot dusver heeft het Westland zich altijd uitstekend gemanifesteerd op tentoonstellingen. In het hele land, maar ook daarbuiten.

Maar in de loop van 1937 keert het tij. Het Wil niet al te best meer lukken met tentoonstellingen. Voorbeeld is de fruittentoonstelling in Amsterdam. Uitnemend verzorgd, de moeite van het aanzien waard.

Maar waar anders hele volksstammen op afkwamen, is nu bijna geen kip meer te bekennen. Dat komt door de grote concurrentie tussen de exposities. Het aantal groeit zo onrustbarend, dat de een na de ander door gebrek aan belangstelling Wegkwijnt.

De enige manier om goedkoop en effectiefreclame te maken, is het uitnodigen van journalisten om de aandacht op de druiventeelt in het Westland te vestigen. En als je ze dan een kistje druiven meegeeft, komt er ongetwijfeld een mooi stuk in de krant, zo is de gedachtegang. Adverteren doet wel verkopen, maar is toch een dure aangelegenheid. Het reclamefonds van de bond zou snel uitgeput zijn als op die manier de Westlandse druif gepropageerd moest worden. Er zijn Westlandse kwekers, die denken dat de druif wel reclame voor zichzelf maakt als hij maar goedkoop is. Maar uiteindelijk kost dat volgens anderen juist weer te veel geld. Maar het is Wel zo dat hoe groter de afzet in het binnenland wordt, hoe meer er aan de prijs kan Worden gedaan. En zo delibereren de bestuurders maar door. Ze zien, na de eerste crisisjaren, nu een opleving in de scheepvaart, de beurs en de industrie en ze vinden het tijd Worden dat de druiventeelt daar van meeprofiteert.

Met argusogen kijken ze naar de import van het buitenlandse fruit, dat nu eenmaal door de regering niet geheel en al geweerd kan worden. Maar ook de eigen fruittelers, die met appelen en peren op de markt komen, zien Ze als concurrenten. En dan zijn er nog plaatsen in Nederland waar geen druiven worden gegeten. Met name in de Achterhoek schijnen er plaatsen te zijn Waar zelfs geen druif op tafel wordt aangetroffen. En dat, terwijl het Westland in 1937 nog zo’n achttien miljoen kilogram druiven produceert. En een jaar eerder negen en een half miljoen kilo heeft geëxporteerd. Ruim de helft van de hele productie moet dus in Nederland aan de man gebracht Worden. Een flinke klus voor de Bond Westland.

Al in 1937 leven ideeën over een groot Westlands druivenfeest.

Misschien moeten we eens aan een Druivenfeest gaan denken, schrijft De Westlander van vrij dag 15 oktober 1937. En dan volgt er een draaiboek voor Wat pas in 1952 voor het eerst gaat gebeuren. De suggestie wordt gedaan het feest in de eerste week van september te vieren. Vlak voor de aanvang van het grote oogstseizoen. Een periode dat het weer vaak gunstig is. Gerekend wordt op de medewerking van middenstands- en 0ranjeverenigingen en veilingen.

,,Slechts bij een gezamenlijk werken voor een gezamenlijk belang kan iets goeds worden bereikt,” Zo schrijft hoofdredacteur J .W van Frankenhuyzen, die kennelijk geïnspireerd is door het bestuur van de Bond Westland, want daar wil men de organisatie wel op zich nemen. Er wordt vanuit gegaan, dat elke gemeente in het Westland zijn deel levert. De hoofdredacteur ziet het al voor Zich: elke oranje vereniging doet mee met een eigen versierde wagen, die meerijdt in een soort corso. Ook elke veiling zou met een eigen praalwagen mee kunnen rijden. Als de Bond Westland voor wagens met druiven zorgt, kunnen die opgesierd worden door de bloemenveilingen.

,,Zou het Westland op die manier niet kunnen zorgen voor een druivenstoet, die men nergens in het land aantreft?” vraagt Van Frankenhuyzen zich af. Een stoet, die – als het feest enkele dagen zou duren - elke dag door het Westland kan rijden, telkens op een andere route.

Hij schrijft: ,,Zie naar Duitsland, naar Italië, Waar de druivenoogst feesten geweldige reclame tot zelfs in het buitenland geven.”